Door op 7 augustus 2014

Vragen over gevolgen grootschalige detailhandel in Zevenaar voor economie en werkgelegenheid stadsregio

De PvdA heeft raadsvragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders van Arnhem over het outletcentrum dat in Zevenaar moet komen. De PvdA maakt zich zorgen over overprogrammering in de stadsregio en directe concurrentie van het outletcentrum met de Arnhemse binnenstad.

De gemeente Zevenaar is voornemens een Leisure Park te ontwikkelen bestaande uit een designeroutlet, horeca, welness en andere voorzieningen. In het uitwerkingsplan Spoorallee wordt voor de designeroutlet gesproken over 15.000 m2 bruto vloeroppervlak met winkels in de branches mode, sport, schoenen en home. De marktverschuiving bij de bestaande winkels in deze branches in het gebied Stadsregio Arnhem Nijmegen en Doetinchem bedraagt circa 10,5 tot 12,6 miljoen als gevolg van de outlet. De komst van het outletcentrum heeft daarmee een direct negatief gevolg voor de economie en werkgelegenheid in de Arnhemse binnenstad.

In 2013 verzekerde het college van B&W de gemeenteraad dat zij binnen de stadsregio Arnhem Nijmegen afspraken zou maken over grootschalige detailhandel. Deze afspraken lijken er niet te zijn of worden niet nagekomen. De PvdA heeft daarom nu een aantal vragen gesteld aan het college:

  1. Het college liet de raad in april 2013 weten dat er afstemming plaats zou vinden over grootschalige detailhandel in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Heeft er bestuurlijk afstemming plaatsgevonden over het voorgenomen Leisure Park in Zevenaar? Welk standpunt heeft de gemeente Arnhem daarbij ingenomen?
  2. Heeft het college een zienswijze ingediend op het uitwerkingsplan Spoorallee? Zo nee, waarom niet?
  3. Hoe verhoudt het Leisure Park Zevenaar zich tot geplande ontwikkelingen zoals Retailpark Ressen en de plannen voor het Olympus Leisurepark in Arnhem? In welke fase van planvorming bevinden de verschillende ontwikkelingen zich?
  4. De marktverschuiving in de branches mode, luxe en sport zijn substantieel door de komst van het Leisure Park in Zevenaar. Ook andere ontwikkelingen zoals de mogelijke vestiging van Decathlon in Arnhem hebben effect op, in dit voorbeeld, de branche sport. Wat zijn de effecten van alle geplande leisurevoorzieningen in de stadsregio op de Arnhemse (binnenstads)economie per branche (mode, sport, schoenen, home)? Welke gevolgen hebben de plannen voor de Arnhemse werkgelegenheid?
  5. Is er op basis van de analyse sprake van overprogrammering in een of meerdere branches? Zo ja, welke actie onderneemt het college om dat tegen te gaan?
  6. Wat is de visie van het college op (grootschalige) leisure-ontwikkelingen in de stadsregio? Hoe gaat zij deze visie uitdragen?