Door op 16 mei 2017

Hoe sociaal is het volgen van de landelijke trend voor de Arnhemmers die in armoede leven?

In Arnhem is het aantal mensen met een inkomen lager dan 120% van het sociaal minimum hoger dan elders in het land. Het Arnhemse college wil het armoedebudget naar beneden bijstellen op basis van cijfers van het CPB. De PvdA vraagt zich af hoe sociaal deze maatregel is.

In het Arnhemse coalitieakkoord is afgesproken om het totale armoedebudget te koppelen aan het landelijke indexcijfer voor lage inkomens. Het armoedebudget beweegt daardoor mee met de omvang van de doelgroep conform de landelijke trend. Uit de cijfers komt echter ieder jaar weer naar voren dat Arnhem afwijkt van het landelijke gemiddeld. In 2013 had in Nederland 15,7% van de Nederlanders een inkomen lager dan 120% van het sociaal minimum, in Arnhem 22,2%.

Het CPB raamt de landelijke cijfers voor 2017 op -3,5%. Het college stelt daarom het budget naar beneden bij met 0,3 miljoen. Er wordt dus minder geld uitgegeven aan armoede de komende jaren terwijl de praktijk er in Arnhem anders uit ziet dan het landelijk gemiddelde. De PvdA vraagt zich af hoe sociaal de maatregel is. Het college constateert tegelijkertijd voor Arnhem namelijk dat de economie groeit, maar de negatieve spiraal van langdurige bijstandsafhankelijkheid en schulden vooral mensen en kinderen treft in armoede. De werkelijke procentuele stijging in 2014 van het gemiddeld aantal mensen in armoede was landelijk 0,3%, in Arnhem 0,7%.

De PvdA wil van het college weten of bij het volgen van de Arnhemse trend er meer budget voor armoede zou zijn geweest. Met andere woorden. Hoe sociaal is het volgen van de landelijk trend voor de Arnhemmers die in armoede leven? Procentueel gezien is in de jaren 2011 tot 2014 het aantal mensen in armoede in Arnhem steeds harder gestegen dan gemiddeld in Nederland. De PvdA wil ook weten hoe het gemiddelde armoedebudget zich heeft ontwikkeld per persoon in Arnhem de afgelopen jaren. We stellen daarom technische vragen bij de perspectiefnota. Als blijkt dat het volgen van de landelijke trend negatief uitpakt zullen we voorstellen om het uitgangspunt aan te passen.