Door op 28 juni 2013

Maurice bakt er niks van, wij kunnen dat heel veel beter

Op 16 juni wees een peiling van Maurice de Hond uit dat als er nu verkiezingen zouden zijn, de PvdA nog maar 16 zetels zou halen. Deze verschuiving in het electorale landschap worden vooral toegewezen aan het begrotingstekort in 2014 en de aanschaf van de JSF. Er zijn een paar opmerkingen te plaatsen bij deze conclusie van De Hond. Ik zal het in deze column laten bij zijn conclusies over de gevechtsvliegtuigen. De vraag waar Maurice die conclusies op baseert luidt als volgt: “Wat vindt u ten aanzien van het aanschaffen van nieuwe vliegtuigen van de luchtmacht?”  Vervolgens zijn er vier antwoordcategorieën:

–          Geen nieuwe vliegtuigen want Nederland heeft geen vliegtuigen voor de luchtmacht nodig. (22%)

–          De bestaande vliegtuigen (F-16) kunnen nog wel veel langer gebruikt worden (35%)

–          Er moeten wel nieuwe vliegtuigen besteld worden (33%)

–          Weet niet/geen antwoord (11%)

Toevallig kreeg ik ook deze vraag voorgeschoteld (ik zit sinds enige tijd in het internetpanel van Maurice de Hond), en om eerlijk te zijn heb ik toch even moeten nadenken:  “De JSF… zo heet dat nieuwe vliegtuig dat ze willen aanschaffen toch? We hebben een begrotingstekort potverdorie! Dan geef je daar toch geen geld aan uit. Wat kost zo’n ding eigenlijk, volgens mij was de JSF veel te duur. Of zal zo’n vliegtuig altijd zo duur zijn? En waarom hebben we zo’n JSF eigenlijk nodig, we hebben die F-16’s, is daar dan iets mis mee? En daarbij voeren we toch al jaren geen oorlog meer. Of nou ja, die politietrainingsmissie van Jolanda Sap, misschien waren die vliegtuigen daar wel handig geweest, of juist niet? Wat was dat ook al weer voor missie? Afijn, laat ik toch maar voor optie 2 gaan. Of toch voor optie 4?”

Zoals u merkt weet ik niks over JSF’s. Blijkbaar weet 89% van de Nederlanders dat wel, maar 11% kiest voor de optie ‘’weet niet’’. Zouden al die andere mensen werkelijk een mening hebben over dit soort ingewikkelde kwesties? Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Gemiddeld wordt per dag 13 minuten de krant gelezen, en maar 10% van de Nederlanders kijkt regelmatig naar het nieuws. Veel mensen, waaronder ikzelf in dit geval, zijn onvoldoende geïnformeerd om een mening te hebben over dit soort zaken. Pas toen ik de vraag voorgeschoteld kreeg begon ik mijn mening te construeren. Er moeten redenen zijn waarom mensen de ‘’weet niet’’ optie vermijden, zelfs al hebben zij (nog) geen mening over de zaken die worden voorgelegd. Deze redenen zal ik u besparen, waar het mij om gaat is dat de media deze nuances niet plaatsen. Volgens dezen heeft het merendeel van de Nederlanders een mening die kant en klaar ligt om te worden gepeild. In werkelijkheid is de groep die op de hoogte is van wat er speelt in de politiek, en daarover een mening heeft, vaak een minderheid.

Het tweede dat opvalt is dat de gekozen formulering bij de eerste drie opties een mening in de hand speelt. Bij de eerste twee wordt een argument gegeven waarom Nederland geen nieuwe vliegtuigen zou moeten aanschaffen. Wel te verstaan: ‘’Nederland heeft geen vliegtuigen nodig voor de luchtmacht’’ en ‘’De F-16 kan nog veel langer gebruikt worden’’. Bij de derde optie ontbreekt een degelijk argument. Deze voorgeschotelde argumenten kunnen een grote rol spelen in de uitkomst van het onderzoek. Immers, niet alleen het geheugen is hier een bron van argumenten waar de respondenten gebruik van kunnen maken, de vragenlijst is dat ook.

Enfin. Genoeg over Maurice de Hond. Wat is dan wel de juiste manier om te peilen wat er onder de bevolking leeft? Simpel: canvassen. Langs de deuren in Malburgen-Oost. Vragenlijsten afnemen. Hetgeen al onze vrijwilligers bijna wekelijks, en tijdens verkiezingen zelfs dagelijks doen. Mensen kunnen veel makkelijker een veel bruikbaarder en waarachtiger mening geven over zaken die hun zelf aangaan. Dus niet ‘’Wat vindt u van het onderwijs in Nederland?’’ maar ‘’Wat vindt u van het onderwijs van uw zoon of dochter?’’. Niet: ‘’Vindt u dat de EU meer moet doen aan milieu regelgeving?’’ maar veel concreter: ‘’Vind u dat er genoeg groen in uw buurt is?’’. Vraag mensen niet naar de veiligheid en criminaliteit in Nederland, maar naar de veiligheid in hun wijk. Ons probleem hierbij is alleen dat wij niet kunnen testen of onze resultaten representatief zijn; opiniepeilers kunnen dat wel. Als Maurice deze zaken zou peilen, zouden zijn resultaten, in tegenstelling tot nu, wel een schat aan informatie bevatten.

Ik ga afronden. Tegen de vrijwilligers die wekelijks de straten opgaan om te canvassen zou ik willen zeggen: blijf dat vooral doen, de resultaten die jullie boeken zijn zoveel meer waard dan die van Maurice de Hond, TNS NIPO en de Barometer bij elkaar opgeteld. Tegen degenen die nog niet de mogelijkheid hebben gehad om te canvassen: begin er als het kan morgen mee! Het is leerzaam, nuttig en bovenal erg leuk om te doen. Ten slotte een kleine opbeurende opmerking voor onze (lokale) politici. Dat de groep mensen die ‘’nog geen mening hebben’’ vaak groter is dan lijkt, hoeft geenszins een probleem te zijn. Het betekent dat politici niet blind de opiniecijfers hoeven op te volgen. Het betekent dat discussie nog mogelijk is, dat het uitwisselen van argumenten hoogtij dagen viert. De ruimte om moreel of inhoudelijk leiderschap te tonen is vele malen groter dan opiniepeilers suggereren. Er is altijd ruimte voor een goed verhaal.