‘Associatieverdrag met Oekraïne? Ja’
Op 17 maart 2016 organiseerde de afdeling Arnhem van de PvdA een debat over het Associatieverdrag met Oekraïne tussen Harry van Bommel, Tweede Kamerlid voor de SP en Paul Tang, fractievoorzitter voor de PvdA in het Europees Parlement. De SP is tegenstander van het verdrag en de PvdA is voor.
Dit verslag werd ingestuurd door debatbezoeker Tom Couwenhoven, PvdA-lid van de afdeling Rheden.
“De betogers op het Maidanplein in Kiev vroegen in februari 2014 om bestrijding van de corruptie. Die moeten we niet in de kou laten staan. Stem dus ja bij het referendum over het Associatieverdrag met Oekraïne”. Aldus Geert Corstens, oud president van de Hoge raad tijdens een Volkskrant discussie op 13 maart 2016 over de staat van de rechtsstaat in Nederland. Een betere reden om ja te stemmen kan je niet verzinnen. De rechtsstaat is immers de basis van de democratie. Het associatieverdrag bestaat uit twee delen: een handelsverdrag en een politiek verdrag waarin Oekraïne belooft de Europese waarden te omarmen en de EU om te helpen met de opbouw van de democratische rechtsstaat. Het doel is het waarborgen van meer veiligheid en stabiliteit aan de oostgrens van de EU.
Dat vindt van Bommel ook van belang, maar hij meent dat het verdrag zich moet beperken tot een handelsverdrag. Voor het politieke deel is het nog te vroeg. Als je dat nu doorzet geeft Rusland de Krim niet meer terug aan Oekraïne en bestaat de kans dat Poetin het Donetsbekken in Oost Oekraïne ook annexeert. Tang betoogde dat een onafhankelijke Oekraïense commissie bezig is de corruptie te bestrijden en dat die groep steun nodig heeft. Hij stelt ook dat handel voordeel heeft van corruptiebestrijding. Voor economische vooruitgang is een sterke staat nodig; de EU helpt, met de opbouw daarvan op basis van dit verdrag.
Bob Deen, hoofd Oost Europa van de OVSE gaf aan dat er geen relatie is tussen de annexatie van de Krim en het Associatieverdrag. Van Bommel meent dat eerst de verhouding met Rusland moet verbeteren; een soort koude oorlogssituatie willen we niet meer. Op de vraag of de Krim weer terug gaat naar Oekraïne als de verhouding met Rusland ‘genormaliseerd’ wordt, kon hij geen antwoord geven.
Van Bommel memoreerde dat de Wereldbank en het IMF geld lenen aan Oekraïne onder voorwaarde dat met name de corruptie zou worden bestreden. Waarom de EU daarbij op grond van het Associatieverdrag niet zou mogen helpen kon hij niet duidelijk maken. Hij gaf ook aan dat niet alle Oekraïners voor Europa zijn, zelfs niet in het westelijk deel.
Laura Starink, slaviste, journaliste en documentaire maakster, die veelvuldig Oekraïne bereist, merkte op dat de stemming omslaat ten faveure van Europa, ook in Oost Oekraïne.
Van Bommel waarschuwt dat in Oekraïne de mening heerst dat dit verdrag leidt tot het EU lidmaatschap van de Oekraïne. Dit blijkt echter niet uit de tekst. Mochten de tijd en de Oekraïne er op den duur rijp voor zijn, dan beslissen de lidstaten er over.
Kunnen de doelen van het verdrag ook bereikt worden zonder verdrag. Zeker dat kan, volgens Deen, maar het grote belang van het politieke deel van het verdrag is nu juist de signaalfunctie, als steun in de rug van de betogers op het Maidanplein en hun navolgers, die bezig zijn het versterken van de democratische rechtsstaat. Een nee tegen het verdrag helpt Poetin in zijn streven de EU staten uit elkaar te spelen.