Maandagavond 28 maart was de Afscheidsraad. In deze bijzondere raadsvergadering namen verschillende raadsleden afscheid van de Arnhemse politiek. Dit is de speech van raadslid Ria de Vries:
Toen ik aan het nadenken was over wat ik hier vanavond zou gaan zeggen schoot mij een liedje te binnen dat Henny Huisman altijd zong aan het eind van de Mini-Playbackshow.
De generatiegenoten kennen hem denk ik wel. “Hier stond je dan vanavond, het was wel spannend maar toch ook fijn.”
Als ik zo rond kijk is het maar goed dat ik na deze zin weer stop met zingen. Ik zie ook een paar vraagtekens boven de hoofden van de jongste generatie. Daar kan ik maar één ding tegen zeggen: YouTube. Het lied heet ‘Met z’n allen.’
Met z’n allen. Dat is ook de gedachte die ik de afgelopen jaren heb willen uitdragen. Zowel hier in de raad, maar ook in de stad. Want raadslid ben je alleen omdat er inwoners zijn. Zij vertellen ons wat er goed gaat en wat er beter kan, waardoor wij in samenwerking met andere organisaties in de stad en met het college en ambtenaren de juiste besluiten kunnen nemen.
En hoewel de verschillende individuen woensdag hun overwinning vieren omdat ze de komende periode in de raad zitten moet de kritische vraag altijd zijn: wat winnen de Arnhemmers ermee dat jij er bent? En dan hoop ik dat de Arnhemmers over vier jaar zeggen dat je voor hen ten goede het verschil hebt gemaakt.
Ik heb de afgelopen jaren veel samengewerkt met organisaties in de stad. GGD, Rijnstad, het Stoelenproject, Straatzaken, Plangroep, de jongerenwerkers, AM support, APCG en nog veel andere partijen. Dat brede netwerk heeft mij, net als met belangenverenigingen als Bijzonder in Arnhem, korte lijntjes opgeleverd en mooie gesprekken.
Ik schreef moties en amendementen in samenspraak met verschillende partijen en ambtenaren. Uiteindelijk bleek vaak dat we hetzelfde doel voor ogen hadden maar dat de weg ernaartoe soms wat verschilde.
Ik heb deze speech thuis even staand geoefend want ik vind dit een moment om te staan. Maar door mijn progressieve spierziekte moet ik dan over de lengte van het stuk wel even nadenken. Doe ik nog vijf zinnen en kan ik dan nog teruglopen naar mijn plaats?
Er komen er nog een paar en nee: de stoere mannen hoeven niet vast hun spieren los te maken. Maar het was toch leuk om even te kijken wie er wilde opstaan.
Want er stonden drie mensen die een rolstoel gebruiken op de kandidaatlijsten. Geen van hen stond op een verkiesbare plek. En als ik ergens een voorvechter voor ben dan is het voor toegankelijke politiek.
“Als ik ergens een voorvechter voor ben, dan is het voor toegankelijke politiek.”
Ik stop op het moment, dat mijn motie over besteedbaar inkomen bij de berekening van de bijzondere bijstand nog niet is uitgevoerd.
Het moge duidelijk zijn dat jullie daardoor nog niet van mij af zijn. Als de uitvoering nu gestart was hadden we meer mensen met hoge energielasten kunnen helpen. Ik blijf dat op de voet volgen en het kan maar zo zijn dat je mij zo maar weer hier achter de microfoon treft als ik denk dat het te lang gaat duren en vuurtjes moeten worden aangewakkerd.
Want je kan het meisje dan uit de raad bonjouren, maar de strijd voor kwetsbaren niet uit het meisje.
Ik heb nog eens nagedacht over hoe ik de boeken in wil. Het raadslid dat niet ophield totdat iets goed geregeld was? Die vrouw met, op sommige momenten, vervelend veel kennis van het sociaal domein en maatschappelijke kosten? Als ik mag kiezen hoop ik dat de Arnhemmer mij zich herinnert als die vrouw die ’s nachts bij de daklozen aan de Cola Zero zit, die in en buiten de raad altijd opkomt voor kwetsbare mensen. Ook als ze daarvoor ’s avonds een wethouder aan de jas moet trekken, met de jongerenwerkers in Rijkerswoerd bij de pumptrackbaan staat, of met haar rolstoel, gewoon omdat het kan, verkeersdrempels lekker snel neemt, waardoor ze af en toe toch het gevoel heeft dat ze in de achtbaan zit.
Al deze dingen ben ik. En daarnaast de luis in de pels voor iedereen die voorstellen maakt waarbij groepen worden uitgesloten of gediscrimineerd
Collega-raadsleden, College, ambtenaren, de medewerkers van de griffie en de journalistiek die hier zo trouw aanwezig is. Ik wil jullie bedanken voor de samenwerking de afgelopen jaren.
De laatste zin van het couplet van het liedje van Henny Huisman luidt als volgt:
“Wie niet tegen zijn verlies kan, die is maar zielig hoor.”
Aan jullie de opdracht: zorg dat de Arnhemmers winnen de komende vier jaar.