Tekst: Nina Arends
Marcel en ik ontmoeten elkaar bij Dudok in de binnenstad, tegenover het gemeentehuis in Arnhem. Die plek is een mooi symbool voor Marcel, iemand dit zich op verschillende manieren inzet voor de binnenstad én daarbij ook vaak met de politiek van Arnhem aan tafel zit. Maar wie is Marcel?
Marcel is opgegroeid in Arnhem-Zuid, een kind van de hippie-generatie. Zijn ouders waren, zo kan je wel zeggen: hippies. Hij heeft geen makkelijke jeugd gehad. Marcel is geboren met een afwijking in zijn rug, daarom zat zijn romp van zijn twaalfde tot zijn achttiende in het gips. De periode waarin je als kind gaat ontdekken, zat Marcel vast. Gelukkig heeft hij die tijd dubbel en dwars ingehaald.
Toen Marcel op zijn achttiende uit het gips ging was hij vastberaden alles uit het leven te halen. En dat heeft hij gedaan kan je wel stellen. Hij heeft twee nachtclubs gehad in Groningen, een wild leven, maar voor hem niet enerverend genoeg. New York, the city that never sleeps, dat trok hem. En dus verkocht hij zijn clubs in Nederland en vertrok naar the Big Apple. Anderhalf jaar lang was deze wereldstad zijn thuis. Heimwee en de grote verschillen in Amerika brachten hem toch weer terug naar Nederland. Marcel vond het aanstootgevend dat er zoveel armoede maar ook zoveel rijkdom was, en die verschillen waren wat hem betreft veel te groot. Wellicht is hier het eerste zaadje voor de sociaaldemocratie wel geplant.
Na New York was Marcel nog niet klaar met het avontuur. Hij heeft op cruiseschepen de hele wereld rond gereisd en een tijd in Zwitserland gewerkt en gewoond. Uiteindelijk kwam hij weer terug in Arnhem, waar zijn moeder hem met open armen ontving. En toen sloeg het noodlot toe.
Marcel heeft er geen herinnering meer van. Maar een auto-ongeluk zet zijn hele wereld op zijn kop. Zijn rug was al zwak, maar een auto die over de kop vliegt maakte echt alles kapot. Marcel had onder andere zijn nek gebroken en is daar nooit meer helemaal van hersteld. Hij raakt in een diep dal en vijf jaar lang was hij eenzaam in zijn appartement in de binnenstad van Arnhem. Marcel zou Marcel niet zijn als hij niet positief uit deze periode komt.
Door een klacht komt hij in contact met een bewonersplatform. Op de dat moment zat het platform in de fase zichzelf op te hebben. Dat kon Marcel niet laten gebeuren en hij is die dag zijn eigen platform begonnen. Hij wordt vrijwilliger en zijn wereld wordt groter dan alleen zijn appartement. Hij bouwt een netwerk op en merkt dat hij er energie van krijg zich in te zetten voor de stad. Langzaam klimt hij uit zijn dal. Hij wordt vrijwilliger bij meer organisaties en gaat zich inzetten voor de bewoners van de sociale verhuurorganisatie, Huurders van Portaal, van zijn appartement.
Zich inzetten voor de binnenstad, voor de inwoners van Arnhem dat vindt Marcel fantastisch. Hij spreekt regelmatig met de bestuurders en raadsleden van de stad. En dat inspireert hem zelf actief te worden in de politiek. Hij praat erover met zijn moeder en die zegt: ‘Dan wel voor de PvdA’. En zo gezegd, zo gedaan. Vier jaar geleden stond Marcel op plek 12 op de lijst en nu. vier jaar later, op plek 10. Op welke plek Marcel ook staat en of hij in de raad komt of niet, hij zet zich sowieso in voor de inwoners van Arnhem.
Het was een mooi gesprek met Marcel. Het was voor mij bijzonder om te horen hoe hij ondanks de tegenslagen alles uit het leven heeft gehaald. Marcel heeft soms behoorlijk pech gehad, maar staat heel positief in het leven. Daar kan je alleen maar respect voor hebben. En dat doorzettingsvermogen en optimisme kan de Arnhemse raad goed gebruiken!