Wijziging in rioolheffing gevaar voor investeringen in de stad
De voorgestelde wijziging in het systeem van rioolheffing die het nieuwe college in Arnhem wil invoeren, kan vergaande gevolgen hebben voor sociale projecten in de stad en de huren van mensen.
Op 30 april presenteerde het nieuwe college van D66, SP, Groen links en CDA hun coalitieakkoord. Een van de maatregelen in dat akkoord is een wijziging in de rioolheffing. De rioolheffing wordt, zonder de totale opbrengst te veranderen, voor 50% geheven bij de bij de eigenaren in plaats van de gebruikers.
De woningbouwcorporaties hebben, als eigenaar van een groot deel van de woningvoorraad in de sociale huur, al een brandbrief gestuurd aan het college. Zij geven aan dat zij jaarlijks 1,5 miljoen euro zullen moeten gaan betalen aan rioolheffing. Dat heeft mogelijk consequenties voor de huurder en projecten in de stad. De gemeente Arnhem heeft een lange historie van goede samenwerking met de woningbouwcorporaties. Samen zijn vele investeringen gedaan in de stad in wijken zoals Klarendal en Malburgen.
Op 15 november 2013 liet wethouder Elfrink, in het nieuwe college weer verantwoordelijk voor de portefeuille wonen, nog het volgende weten: “De verhuurdersheffing is niets anders dan een lastenverzwaring voor de laagste inkomens en een ontslagenmachine voor de bouw.” De verschuiving van de rioolheffing in Arnhem van gebruikers naar eigenaren is ook een extra heffing voor de corporaties.
De corporaties geven aan dat zij boven winkelcentrum Schuytgraaf geen woningen meer kunnen bouwen. Daardoor zou het winkelcentrum niet door gaan. Als de huren omhoog gaan heeft dit gevolgen voor minima. Nu krijgen zij kwijtschelding van de rioolheffing. Een eventuele huurverhoging wordt mogelijk niet volledig gecompenseerd door de huursubsidie. De PvdA wil snel in debat over de voorgestelde maatregel en de gevolgen ervan voor de huurders en de projecten in de stad.